Van waar komt het water en waar gaat het naartoe?
Hoe kan je jouw woning zelf beschermen?
(Ver)bouwplannen? Check de waterwegwijzer.
Kan het water niet gewoon een halve meter zakken?
Als een bufferbekken gevuld is, hoe loopt het dan leeg? En waarom staateen bekken leeg bij momenten? Wie controleert de dijken en wat als het bekken vol is?
De werking van een bufferbekken, zoals er al gebouwd werden door de Vlaamse Milieumaatschappij en deprovincie Vlaams-Brabant, wordt op onderstaande figuur geïllustreerd.
Een deel van de oever langs de waterloop, bijvoorbeeld de Grote Molenbeek, werd verlaagd. Wanneerna regen het waterpeil in de waterloop stijgt boven een bepaald waterpeil, stroomt het water over deze verlaagde oever en vult het bufferbekken zich. Een uitwateringsconstructie met terugslagklep tussen het bufferbekkenen de waterloop zorgt ervoor dat hetbufferbekken na de regenbuienopnieuw kan leeglopen. Door de terugslagklep gebeurt dit pas nadat het waterpeil in de waterloop lager is dan het waterpeil in het bufferbekken.
De werking van een bufferbekkengebeurt automatisch en vereist geen onmiddellijke tussenkomst van dewaterbeheerder. Dit concept garandeert bovendien dat het bekken zoveel mogelijk leeg staat, en zich pas vult wanneer het echt nodig is. Het is heel belangrijk dat de maximale buffercapaciteit steeds aanwezig is bij noodtoestanden.
De VMM en de provincie Vlaams-Brabant zijn verantwoordelijk voor het nazicht en het eventueel onderhoud van hun bufferbekkens en hun waterlopen. Meermaals per jaar wordt langsgekomen om de goede werking ervan te blijven verzekeren.
Wist je dat het water in het stroomgebied van de Vliet-Molenbeek een heuse tocht maakt alvorens het water in de zee stroomt?
In deze brochure vindt je meer informatie over het stroomgebied van de Vliet-Molenbeek en de overstromingen waar het gebied in het verleden al veelvuldig mee kampte.
De brongebieden bevinden zich op de hoger gelegen ‘heuvels’ van Asse, Meise, Opwijk, de noordrand van Brussel.
Het water stroomt van de hellingen en via een wijd vertakt netwerk van kleine grachtjes naar grotere beken zoals de Grote Molenbeek en de Kleine Molenbeek. In Puurs-Sint-Amands stromen Grote en Kleine Molenbeek tesamen en vormen de Vliet. De Vliet wordt in Puurs verpompt naar de Rupel.
De overheid doet heel wat inspanningen om de kans op overstromingen te verminderen. Maar dat biedt nooit een absolute bescherming. Gelukkig zijn er verschillende maatregelen die je kan nemen om je woning of gebouw beter te wapenen tegen overstromingsschade. Deze zijn vaak veel nuttiger dan de klassieke zandzakjes die water doorlaten of te laat worden geplaatst.
Het gaat dan bijvoorbeeld om:
Maar ook aanpassingen onder de grond kunnen schade helpen voorkomen. Zo zorgt bijvoorbeeld een terugslagklep op de afvoerleidingen ervoor dat er geen water terugstroomt als het rioolstelsel in de straat overbelast wordt.
Bekijk de mogelijke maatregelen op de website van de Vlaamse Milieumaatschappij.
De kostprijs van zo’n maatregel varieert naargelang de nodige aanpassingen. Per maatregel is er een typefiche beschikbaar die verduidelijkt wat de maatregel inhoudt, wanneer hij het best wordt toegepast, welke types beschikbaar zijn, waarop moet gelet worden bij installatie, hoeveel hij kost, …
Wat zijn de technische voorschriften en aanbevelingen voor water in en rond de woning? De Waterwegwijzer bouwen en verbouwen helpt je op weg om duurzaam om te springen met water.
Waterbewust bouwen en verbouwen krijgt steeds meer aandacht. Bouwen en renoveren heeft immers in veel gevallen een invloed op het watersysteem. Daarom leggen het Vlaamse gewest, lokale overheden en watermaatschappijen heel wat richtlijnen of verplichtingen op voor de lozing van huishoudelijk afvalwater, het opvangen en hergebruiken van regenwater en voor het drinkwatercircuit.
Heb je (ver)bouwplannen? De Waterwegwijzer bouwen en verbouwen helpt je op weg en geeft je een overzicht van hoe je water in en rond de woning best aanpakt.
De waterbeheerder zou de waterloop nog dieper kunnen maken dan hij vandaag al is. Los van de kostprijs van deze ingreep, zijn hier heel wat nadelen aan verbonden.
Een belangrijk nadeel is de verdroging die de verdieping met zich meebrengt. Deze verdroging is zowel nefast voor de landbouw als natuur. Ook onze diepere grondwatervoorraden komen zo nog meer onder druk te staan, waardoor dit water schaarser wordt.
Zo’n verdieping is extreem duur en zal bovendien bij extreme omstandigheden onvoldoende zijn om de overstromingen tegen te gaan. Het water wordt nog eens sneller afgevoerd naar kritieke zones.
Zoals een bad dat sneller vult dan het leeg loopt
Bij zeer extreme weersomstandigheden zullen de waterbeheerders steeds proberen om het water te laten zakken. Helaas is het technisch bijna onmogelijk om zomaar het water een halve meter te laten zakken. Bij extreem weer worden er zodanig grote debieten afgevoerd die onmogelijk kunnen verwerkt worden door de waterloop zelf. Het teveel aan water verplaatst zich dan ook tijdelijk naar de vallei. Daar had de waterloop vroeger de ruimte om te overstromen, maar die is vooral de voorbije decennia volgebouwd. Dit proces kan je vergelijken met het vullen van een groot bad met een smalle leegloop. Als je vele emmers water tegelijkertijd in het bad doet stromen, dan vult het bad zich omdat er meer badwater bijkomt dan dat er via de leiding kan weglopen.
Mogelijke ingrepen
Via allerhande ingrepen zoals bufferbekkens, dijken, ruimingen en kleinschalige bronmaatregelen (regenwaterputten, groendaken,…), zullen de waterstanden minder hoog komen en zorgen we er allemaal voor dat woonwijken zo goed mogelijk beschermd zijn. Het water wordt dan zo lang mogelijk bewaard in de vallei waar geen woningen staan en waar het wel kan overstromen. Helaas zijn al deze ingrepen maar deels voldoende onder extreme omstandigheden en om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen.
Veel bredere waterlopen en nog hogere dijken worden vaak voorgesteld als oplossing maar zijn vaak niet mogelijk of zinvol omdat: